Ondersteuning

Document Ondersteuningsstructuur

Het Maartenscollege hecht grote waarde aan de begeleiding van leerlingen bij hun algemene ontwikkeling en bij het studie- en studiekeuzeproces. We hebben mentoren, vakdocenten en decanen die hen daarbij begeleiden. De school biedt verschillende vormen van begeleiding aan, bijvoorbeeld remedial teaching (RT), dyslexiebegeleiding en trainingen voor leerlingen met bijvoorbeeld faalangst.

Als intensievere ondersteuning nodig is, kan het ondersteuningsteam de leerling en/of diens docent(en) begeleiden. Het ondersteuningsteam bestaat uit een ondersteuningscoördinator, een orthopedagoog, pedagogisch medewerkers en mentoren van de regulier+ klas.

Uitgangspunt is inclusief onderwijs. Dat betekent dat leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, indien mogelijk, binnen de reguliere klas begeleid worden door de mentor en de vakdocenten. Als dat niet voldoende effect heeft, kan de leerling gebruik maken van het Pluspunt. De pedagogisch medewerker gaat met leerlingen, ouders en de mentor in gesprek om in de ondersteuningsbehoefte van de leerling te voorzien. Het doel is en blijft om de leerling te motiveren tot leren. De leerling kan een bepaalde periode gebruik maken van het pluspunt. De periode wordt vooraf bepaald en opgenomen in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) van de leerling.

Een extra voorziening is de regulier+ klas. Deze klas is voor leerlingen die niet in staat zijn lessen te volgen in een reguliere setting. Orthopedagoog, ondersteuningscoördinator, mentor en vakdocenten werken nauw samen om de leerling zijn/haar schoolloopbaan succesvol te laten doorlopen. Ook hier is samenwerking met ouders/verzorgers essentieel om de leerling te laten floreren. Het OPP van leerling biedt hiervoor de basis.

Voor meer informatie over de ondersteuningsmogelijkheden van het Maartenscollege verwijzen wij u graag naar het onderliggend document

In enkele gevallen kan de school de voor de leerling benodigde ondersteuning niet bieden. Er wordt dan in overleg met het Samenwerkingsverband VO Groningen Stad gezocht naar een passende onderwijsplek. Voor meer informatie over het samenwerkingsverband is te vinden op www.swv-vo2001.nl.

Mentoren

Iedere leerling heeft een mentor. Voor leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en docenten is hij/zij het eerste aanspreekpunt voor vragen of problemen. De mentor is op de hoogte van de prestaties en werkhouding van de leerling en ook van persoonlijke omstandigheden en probeert de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Tijdens het schooljaar vinden er gesprekken plaats met de mentor, ouder(s)/verzorger(s) en leerling. In deze gesprekken wordt voortgang gemonitord en worden persoonlijke doelen voor de komende periode bepaald. De gesprekken gaan zowel over resultaten (cijfers) als over sociaal-emotionele ontwikkeling.

Vakdocenten

Leerlingen gaan naar school om kennis en vaardigheden te verwerven en daarvoor kunnen zij in eerste instantie een beroep doen op de experts, onze vakdocenten. Zij bepalen op grond van hun opleiding en ervaring de leerstof en op basis van het inquiry based learning principe vanuit het MYP gaan ze hiermee tijdens de lessen aan de slag.

Ouder(s)/verzorger(s) hebben de mogelijkheid in gesprek te gaan met de vakdocenten tijdens de zogenaamde tafeltjesavonden. Dit biedt directe feedback over de prestaties en vorderingen van hun kind bij een bepaald vak.  Dit contact tussen ouders en school zorgt ervoor dat de leerling op een eenduidige manier begeleid wordt.

Decanaat

Het Maartenscollege heeft decanen die de leerlingen begeleiden bij het maken van een keuze met betrekking tot de leerroutes binnen de school en voor het vervolgonderwijs. Zo is er vroeg in de schoolcarrière van de leerling aandacht voor loopbaanoriëntatie door voorlichtingen, stages en bezoeken aan opleidingen. Dit alles maakt deel uit van het LOB-programma. LOB staat voor 'Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding'. In het LOB-programma focussen we op vijf loopbaancompetenties om onze leerlingen goed voor te bereiden op hun toekomst:

  • Motievenreflectie: Leerlingen ontdekken hun drijfveren, passies en waarden om beter te bepalen welke studie- en loopbaanmogelijkheden hierbij passen.
  • Kwaliteitenreflectie: Leerlingen herkennen en waarderen hun talenten en vaardigheden, wat hen helpt zelfverzekerde keuzes te maken.
  • Werkexploratie: Leerlingen verkennen de arbeidsmarkt en verschillende beroepen door stages en contacten met professionals.
  • Loopbaansturing: Leerlingen leren hun loopbaan actief te plannen, doelen te stellen en actieplannen te ontwikkelen.
  • Netwerken: Leerlingen bouwen professionele relaties op met docenten, stagebegeleiders, alumni en andere professionals. 

Decaan mavo: Mw. van Dijk, te bereiken via k.vandijk@maartens.nl.
Decaan havo/vwo: Mw. Hummel, te bereiken via r.hummel@maartens.nl.

Zorgplicht 

In het kader van passend onderwijs hebben scholen een zorgplicht. Dat betekent dat ze de verantwoordelijkheid hebben om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze. De school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden op de eigen school, op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. 

Indien u uw kind bij ons aanmeldt en uw kind extra ondersteuning nodig heeft, kijken we eerst of uw kind dit in de klas kan krijgen. Het ondersteuningsaanbod vormt hiervoor het uitgangspunt. Als onze school zelf geen passende onderwijsplek kan bieden, kijken we naar een andere reguliere school binnen het samenwerkingsverband die de juiste ondersteuning kan bieden of een plek in het (v)so. 

Het Maartenscollege neemt deel aan het Samenwerkingsverband VO Groningen Stad. Meer informatie over het samenwerkingsverband is te vinden op www.swv-vo2001.nl  

Hoogbegaafdheid (HB)

Het Maartenscollege heeft een specialist hoogbegaafdheid in dienst, die hoogbegaafde leerlingen indien nodig op individuele basis kan ondersteunen. Daarnaast krijgen hoogbegaafde leerlingen de mogelijkheid om een hoogbegaafdheidscursus te volgen en bieden we verdiepingsprojecten aan.

Hoorrecht

In de wet is verankerd dat leerlingen betrokken worden bij het ondersteuningsaanbod van de school, en/of over de ondersteuning die zij zelf krijgen.

Voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen werkt Maartenscollege met een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Dit document wordt regelmatig geëvalueerd met de leerling en diens ouder(s)/verzorger(s), waarbij de zienswijze van de leerling onderdeel is van het gesprek en wordt vastgelegd.